Wat kan dit verhaal betekenen voor zorgverleners in het complementaire veld? Vele jaren al wordt door alle beroepsgroepen in dit veld geprobeerd om zich extern zo te profileren dat ze erkend worden. Erkend door wie? Dat is vooral gefocust op de zorgverzekeraars en dan op de aanvullende pakket-managers. Die kijken vanuit hun perspectief naar het verdeelde veld met al die verschillende koepels en beroepsgroepen en vragen aan dit veld om met gezamenlijke en door het hele veld gedragen kwaliteitscriteria te komen. In het complementaire veld probeert al jaren iedereen op een eigen manier door het hoepeltje te springen: allemaal een eigen kwaliteitsregister, allemaal een eigen opvatting over waar een opleiding aan moet voldoen. Als je dieper kijkt zie je dat iedereen eigenlijk precies hetzelfde probeert te doen: voldoen aan de criteria van de zorgverzekeraars om in het aanvullend pakket te komen. Het verschil zit vooral in de historisch ontstane scheidslijnen tussen beroepen, beroepsorganisaties, koepels en de mensen die daar al jaren een leidende rol in spelen. Het blijkt onmogelijk te zijn deze te overstijgen. Dat komt volgens mij omdat dit hele proces niet wordt geleid door een intrinsieke wens en nieuwsgierigheid naar wat goede kwalitatieve zorg moet zijn. Het wordt geleid door een wens om een goed inkomen te verdienen met de zorg die je levert. Met dat laatste is wat mij betreft niets mis. Ik gun iedereen een goed inkomen voor het werk dat hij of zij doet. Het gaat er wat mij betreft vooral om dat in dat streven de intrinsieke wens naar kwaliteit niet tot bloei komt. Boze tongen beweren zelfs dat complementaire zorgverleners kwakzalvers zijn die willens en wetens hun kwetsbare cliënten knollen voor citroenen verkopen. Kwakzalvers hebben geen belang bij kwaliteit en transparantie: die hebben belang bij mystificatie Zilveren Kruis heeft haar inkoopbeleid voor alternatieve geneeswijzen 2022 gepubliceerd. Daar proberen ze grip te krijgen op de kwaliteit door eisen te stellen aan beroepsbeoefenaren die heel erg lijken op de eisen die ook aan vergelijkbare beroepsbeoefenaren in de reguliere zorg worden gesteld: een afgeronde erkende HBO-opleiding van 240 ECT, een kwaliteitsregister (niet nader omschreven), effectmeting van de behandeling (bij gebrek aan wetenschappelijke evidence). Ik zal het allemaal niet herhalen: u treft hier de volledige publicatie. |