Inleiding Sinds gisteren is ook de zomervakantie voor de regio midden voorbij en gaan alle leerlingen in heel Nederland weer naar school. Aan de ene kant is iedereen weer blij om al die gezichten te zien en om weer zoveel mogelijk live onderwijs te verzorgen. Aan de andere kant horen we de eerste zorgen over de impact van maatregelen, de beschikbaarheid van docenten en leerkrachten en de gevolgen ervan voor de werkdruk. Waar aan het begin van de lockdown de focus lag bij wat er allemaal mogelijk is om onderwijs op afstand te verzorgen, lijkt nu de focus weer te verschuiven naar wat er allemaal mis kan gaan in de komende periode. Aan de ene kant is dat heel begrijpelijk. Aan de andere kant is het zonde als we vanuit die zorgen de verworvenheden verliezen van de periode die achter ons ligt. Hoe behoudt en benut je de veerkracht die jouw team gedurende de lockdown heeft laten zien? In crisis kan het beste in teams naar bovenkomen Voor en na de vakantie heb ik veel verschillende schoolleiders gesproken. Wat daarbij opvallend is, is dat zij allemaal stuk voor stuk trots zijn op hoe hun team in de afgelopen periode de schouders eronder heeft gezet en het onderwijs heeft verzorgd. Er zijn ongekende krachten en kwaliteiten naar boven gekomen. Daarnaast was de sfeer en de samenwerking in de teams uitstekend. Dat in crisis het beste in teams naar bovenkomt, zien wij vaker. Het gaat dan vooral om acute situaties die zich voordoen. Want bij langslepende problemen zien we juist dat ‘gedoe’ doorettert en mensen hun minst mooie kant kunnen laten zien. Wat maakt nu dat bij acute crisissituaties mensen in hun samenwerking floreren? Er is urgentiebesef en focus Als zich een acute crisis voordoet, is er geen tijd voor gedoe. Iedereen is zich bewust van de urgentie en er is focus: het is overduidelijk wat belangrijk is en waar de aandacht naar uit moet gaan. Toen tijdens de lockdown duidelijk werd dat het reguliere onderwijs niet meer mogelijk was, verlegde iedereen de focus naar het verzorgen van onderwijs op afstand. Teams staken de koppen bij elkaar, bespraken wat de belangrijkste zaken waren, maakten afspraken en gingen aan de slag om alles anders te organiseren. Binnen een of twee dagen waren de eerste besluiten genomen, waren ouders op de hoogte gesteld en konden leerlingen aan de slag. We vragen ons af: Hoe dan wel? In een crisissituatie is het bovendien duidelijk dat de manier waarop we iets normaal zouden doen, op dat moment onmogelijk is. Als er deuren gesloten worden, gaan we automatisch op zoek naar andere mogelijkheden. Het heeft geen zin om te klagen dat iets niet meer kan. Het heeft alleen zin om bezig te zijn met de vraag: Hoe dan wel? Juist als we geconfronteerd worden met beperkingen, komt onze creativiteit naar boven. Dat blijkt onder meer aan de grote diversiteit tussen scholen in de aanpak van onderwijs op afstand. Er bleek een grote rijkdom aan ideeën aanwezig te zijn. We zijn tolerant naar elkaar en helpen elkaar Wat bovendien opvallend is, is dat we in crisissituaties vaak meer van elkaar accepteren. Aan de ene kant stappen we iets makkelijker over kleine irritaties heen, omdat die onbelangrijk zijn in het licht van de situatie. Aan de andere kant accepteren we ook makkelijker dat dingen niet direct lukken of moeilijker zijn voor mensen als de omstandigheden uitzonderlijk zijn. We kunnen daar makkelijker begrip voor opbrengen en compassie tonen. Die collega die bijvoorbeeld minder sterk is met digitale middelen, die helpen we. Het ligt sowieso in onze natuur om elkaar bij te staan, betoogt Rutger Bregman in zijn boek “De meeste mensen deugen” en hij staaft dat met diverse voorbeelden. Recent zien we dat terug in de onderlinge solidariteit bij de bevolking van Beiroet. |