Inleiding Als je al een beetje bekend bent met Waarderend Onderzoeken, dan weet je dat dit vaak begint bij de vraag: “Waar wil je meer van?” Dat ‘meer’ niet per definitie ‘beter’ betekent, werd tijdens de jaarwisseling pijnlijk duidelijk door de vreugdevuren in Scheveningen en Duindorp. De uit de hand gelopen competitie tussen deze dorpen over wie het grootste vuur kon bouwen leidde tot een gevaarlijke situatie en veel schade. Dat riep bij mij de vraag op: wanneer nemen wij genoegen met genoeg? Waarom willen we zo graag steeds meer? Of misschien anders gezegd: hebben we wel de juiste doelen voor ogen? Meer is niet per se positief Binnen Waarderend Onderzoeken staan de positief geformuleerd doelen centraal. Deze doelen willen we graag achterhalen met de vraag: "Waar wil je meer van?" Meer duidt daarbij op groei en ontwikkeling. In onze maatschappij vertalen we dat graag in cijfers. Dat heeft ons een tijd lang nuttige inzichten gegeven en daadwerkelijk groei en ontwikkeling opgeleverd. Alleen is er niets dat eindeloos door kan groeien. Hoe relevant is een percentage economische groei nog, als dat vooral betekent dat bijna de helft van de toegenomen welvaart gaat naar de 1% rijkste mensen? Wat is het waard als meer winst ten koste gaat van natuur en mensen? Dat geldt ook binnen het onderwijs Ook in het onderwijs zijn voorbeelden te vinden waar ‘meer’ niet per se beter betekent. Op universiteiten was het aantal publicaties dat je behaalde heel belangrijk voor je positie in de wetenschap. Gevolg was dat onderwijs geven op de universiteit een lagere status kreeg en de kwaliteit en betrouwbaarheid van onderzoek onder druk kwam te staan. Inmiddels is men daarvan teruggekomen. Waar wel nog steeds veel waarde aan wordt gehecht, onder andere door de inspectie, zijn slagingspercentages in voortgezet en beroepsonderwijs. Dat is aan de ene kant begrijpelijk omdat je wilt dat scholen leerlingen de kans geven om een diploma te halen. Aan de andere kant is het vreemd, omdat je ervanuit mag gaan dat het ook echt de bedoelingen van die scholen zelf is om hun leerlingen te laten slagen. Druk op een hoger slagingspercentage kan leiden tot een lagere kwaliteit van het onderwijs of strengere selectie en heeft in het verleden ook wel geleid tot frauderende docenten.
Waarom die focus op meer? Er zijn verschillende redenen waarom we behoefte hebben aan ‘meer’. Dat heeft onder andere te maken met de verslavende werking van succes. Dat smaakt naar meer. Doelen werken motiverend, dus na elk succes wordt de lat weer een stukje hoger gelegd. We worden daarbij mede geleid door de gedachte “Stilstand is achteruitgang.” Vervolgens willen we dan niet onder doen voor een ander, dus competitie voert de druk vaak verder op. Dat we voor het afmeten van succes ons graag laten leiden door kwantitatieve doelen, heeft onder andere te maken met het idee dat het ons zekerheid biedt. Het is concreet, het is meetbaar, het is controleerbaar. Het adagium “Meten is weten” is gemeengoed in onze maatschappij. Waarde wordt niet per se bepaald door ‘meer’ Meer kan een prima drijfveer zijn tot het moment dat het tot schade leidt. Door de ongeremde drang naar vooruitgang krijg je dan juist stilstand of achteruitgang. Als je door meer te willen over je eigen grenzen heen gaat, kan je een tijdje alleen maar minder. En meer kwantiteit kan leiden tot minder kwaliteit. De zekerheid van cijfers is daarbij schijn. Er zit vaak een hele wereld van systemen en processen achter waardoor cijfers niet direct iets zeggen. ‘Meten is beïnvloeden’ is een adagium waar we meer aan hebben. Dat vraagt namelijk om stil te staan bij hetgeen je wilt beïnvloeden.
|